top of page
  • Writer's pictureMargot

Wandelen door de straatjes van Psirí

Als u Athene ooit bezocht heeft, bent u zeker in de bekende wijkjes geweest, zoals Plaka, Monastiraki, Kolonaki en misschien zelfs Exarcheia. U zult de Acropolis beklommen hebben en met het kabeltreintje boven op de Lycabettus heuvel terechtgekomen zijn. Heeft u het Kalimarmaro stadion gezien en bent u door het Nationale Park gelopen? Als u dan ook nog het Acropolismuseum of het Nationaal Archeologisch museum bezocht heeft, dan heeft u alle klassieke bezienswaardigheden wel gehad.

Maar u heeft waarschijnlijk toch nog een pareltje gemist in het centrum van Athene, dus laat me u meenemen op een tour door een van de oudste wijkjes van de stad.


Psirí is de laatste jaren een van de meest trendy plekjes geworden, voor zowel de Grieken zelf als voor de talloze toeristen die het nu ontdekken.


Waar Monastiraki eindigt, begint Psirí. De twee wijken worden gescheiden door de Ermoustraat. Op het eerste gezicht lijkt Psirí gewoon een oud wijkje, maar zodra je iets van de geschiedenis ervan leert, zie je het ineens in een heel ander licht en voel je bijna de aanwezigheid van de vroegere bewoners. In de kleine straatjes vind je tal van taverne´s, ouzerieën, cafeetjes en bouzoukitentjes. Op het centrale plein zit je op een terras tussen de prachtige neo-klassieke gebouwen te genieten van zo´n heerlijke zoetigheid waar Psirí ook al om bekend staat en voordat je het weet zit je te mijmeren over de Grieken die je voorgegaan zijn op deze plek.


Psirí werd al in de 17e eeuw genoemd in een reisverslag van een Franse arts. Het was toen een wijk waar veel aristocratische families en rijke handelaren woonden.


Toen lord Byron in de 19e eeuw tijdens de Turkse bezetting te gast was bij de Engelse consul in Psirí, werd hij daar verliefd op diens dochter. Koningen, ministers, vooraanstaande Grieken en zelfs koning Otto en koning George hoorden tot de vaste bezoekers van Psirí.


Maar zulke prominente bewoners en bezoekers trokken ook criminelen aan.

Tussen 1870 en 1893 werd Psirí geterroriseerd door een bende die overvallen, inbraken en zelfs moorden pleegde. De ‘Koutsavákides’, (vrij vertaald: mankepoten) zoals ze genoemd werden vanwege hun bizarre manier van lopen, hielden de wijk jarenlang in een ijzeren greep en de bewoners leefden voortdurend in angst. Karakteristiek aan deze intimiderende mannen was hun uiterlijk: ze hadden grote snorren, droegen grote hoeden en gestreepte broeken en hadden altijd een arm uit een mouw van hun jas hangen om sneller naar de wapens te kunnen grijpen die ze onder die jas droegen. Ze droegen schoenen met lange, omhoogstekende punten en hielden een komboloi in de hand.


Met de komst van een nieuwe politiecommandant kwam er een abrupt einde aan de terreur van de Koutsavákides. Commandant Baïraktaris was niet geïntimideerd door de schurken en liet ze allemaal oppakken. Om hen de macht te ontnemen, liet hij hun hoofden kaalscheren en de lege mouw van hun jas afknippen.


Hij liet de punten van hun schoenen afsnijden en de helft van hun snorren afscheren. Daarmee verplichtte hij de Koutsavákides zelf de andere helft af te scheren, wat voor hen de ultimate vernedering was. Het was ineens gedaan met de bende van Psirí.

De Koutsavákides mochten nog een keer hun talenten tonen, toen ze in 1896 gemobiliseerd werden om tijdens de eerste moderne Olympische Spelen op te treden tegen de geïmporteerde criminaliteit.

Tegenwoordig is het rustiger in Psirí. ´s Middags tussen de lokale bevolking op een terrasje en ´s avonds aan een wijntje, geserveerd met plaatselijke mezedes.

Souvenirwinkeltjes zijn er niet, maar wel het hipste thema-café van Athene.

Het is de moeite waard om tijdens uw volgende bezoek aan Athene de Ermoustraat over te steken en Psirí te ontdekken.

Margot Zeebregts

22 views0 comments

Recent Posts

See All
bottom of page